Foto: Peter van der Meer
Iedereen die weleens in het ziekenhuis heeft gelegen, weet het: thuis is het fijner. In het Albert Schweitzer ziekenhuis kunnen patiënten straks vaker kiezen tussen opname in het ziekenhuis of monitoring thuis. Mits ze niet té ziek zijn natuurlijk. Sinds corona volgt het ziekenhuis een groep patiënten die voorheen in een ziekenhuisbed lag op afstand thuis. “Dat is vele malen efficiënter en net zo veilig”, zegt bestuursvoorzitter Peter van der Meer.
Het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht gebruikt thuismonitoring zowel poliklinisch als klinisch. Dus bij mensen die voor afspraken naar het ziekenhuis komen maar er niet verblijven én voor patiënten die normaal gesproken in het ziekenhuis zouden zijn opgenomen. “Poliklinisch zetten we thuismonitoring in voor een flink aantal chronische aandoeningen, zoals COPD en hartfalen”, zegt Peter. “Klinisch tot nu toe alleen voor mensen met corona. Tot nu toe, want we starten op 1 april met een centraal thuismonitoringscentrum. Met een manager die alles wat we al doen op het gebied van thuismonitoring onder zijn hoede neemt. En het gebruik klinisch en poliklinisch uitbreidt.”
Thuismonitoring verbetert de zorg
Die uitbreiding is hard nodig. Want het aantal chronisch zieken neemt de komende jaren enorm toe, aldus Peter. “Naar verwachting zijn er in 2030 45% meer mensen met COPD en komt hartfalen 75% meer voor. Maar nog belangrijker: thuismonitoring verbetert de zorg. Bij COPD is het aantal acute opnames gehalveerd. We zien verslechtering nu aankomen voordat het uit de hand loopt. Patiënten hebben in dat proces ook veel meer eigen regie, ze voelen zich meer betrokken en verantwoordelijk. Dat is allemaal het resultaat van goed monitoren. Hun kwaliteit van leven wordt beter.”
Corona heeft thuismonitoring versneld
Corona heeft het gebruik van thuismonitoring enorm versneld. Peter: “Door het stilvallen van reguliere zorg konden kwetsbare patiënten met een chronische aandoening tijdelijk niet naar het ziekenhuis komen. Tegelijkertijd stelden de verzekeraars geld beschikbaar voor deze vorm van zorg. Ineens ging heel veel op afstand, via apps of met beeldbelconsulten.” Corona gaf ook het zetje om thuismonitoring in te zetten bij patiënten die normaal gesproken in het ziekenhuis zouden liggen. “Het was tijdens de coronapieken gewoon te druk in ziekenhuis. Toen heeft een aantal longartsen en verpleegkundig specialisten het thuismonitoren opgezet. Mede dankzij het uitwisselen van ervaringen met andere ziekenhuizen en de praktische Luscii-app hadden we dat snel voor elkaar.”
Patiënt moet kunnen omgaan met techniek
Het ziekenhuis zet thuismonitoring in voor coronapatiënten die volgens de artsen het minst ziek zijn en die relatief weinig zuurstof nodig hebben. Normaal zouden ze deze patiënten wel opnemen of langer in het ziekenhuis laten blijven. Een verpleegkundig specialist monitort de thuispatiënten zeven dagen per week, tussen 8 uur ’s ochtend en 21 uur ’s avonds. Natuurlijk moet een patiënt aan een paar voorwaarden voldoen. “Behalve niet (meer) heel ziek zijn, moeten de thuispatiënten enigszins kunnen omgaan met techniek”, vertelt Peter. “Want ze moeten de app kunnen bedienen. Ook moeten ze een partner of mantelzorger hebben, die oplet of het goed blijft gaan. Verslechtert de situatie, dan halen we de patiënt terug, eventueel per ambulance. In de avond en nacht nemen de huisartsenpost en de spoedeisende hulp de zorg op afstand over. Dat is maar af en toe nodig.”
Minder verpleegkundigen nodig
De voordelen van het thuismonitoren van deze groep patiënten zijn groot. Peter: “Het heeft ons als ziekenhuis overeind gehouden tijdens een periode van extreem hoge vraag. Begin dit jaar hadden we veertig patiënten met corona thuis in zorg. Dat is ongeveer tweeënhalve COVID-afdeling. Daar zou je heel wat verpleegkundigen voor nodig hebben, veel meer dan de paar behandelaren die van een afstand de vinger aan de pols houden.” Maar het bleek ook beter voor de patiënt. “Thuis is het fijner. Je hebt je eigen spullen, je eigen sanitair. En het is ook veiliger. In een ziekenhuis gaan toch allerlei bacteriën rond.”
Patiënten herstellen prima in de thuissetting
Toch is nog niet elke patiënt en zorgverlener overtuigd. “Hun gevoel zegt dat het veiliger is in het ziekenhuis”, zegt Peter. “Omdat daar altijd iemand in de buurt is. Dus als de patiënt het niet wil, doen we het ook niet. Maar we hebben nu bewezen dat een bepaalde groep patiënten prima en veilig herstelt in de thuissetting. Ik ben er heilig van overtuigd dat thuismonitoring de toekomst is. Poliklinisch, als alternatief voor allerlei reguliere opnames én voor eventuele toekomstige pandemieën.”
Deze blog is een onderdeel van een serie over telemonitoring naar aanleiding van het toetsingskader IGJ - Telemonitoring van volwassenen thuis.